Sommige ingezonden artikelen prikkelen. Vandaag verscheen in de Volkskrant een opiniestuk van Kamiel Choi (naar eigen omschrijving ‘filosoof en blogger’), waarin hij beschrijft hoe hij – met zijn gezin, bestaande uit een niet-Nederlandse vrouw en een Nederlandse baby – niet terug kan keren naar Nederland omdat hij niet aan de inkomeneis van 1400 euro/maand bruto voldoet. Concluderend, zo stelt dhr. Choi, “mag een Nederlandse baby niet in Nederland wonen.”
Nu verdient die stelling wel een kanttekening: de baby mag namelijk in principe wél in Nederland wonen, en dhr. Choi ook (zonder financiële voorwaarden), maar dan zouden ze de moeder moeten achterlaten. Dat klinkt dus niet echt als een CDA-verhaal en in algemene ‘morele’ zin als niet-acceptabel. Vergelijkbare verhalen hoor je helaas ook van gescheiden gezinnen of van één-ouder gezinnen waarvan de partner/echtgeno(o)t(e) is overleden.
Nu stelt één van de reageerders op het artikel dat het niet moeilijk zou moeten zijn om in Nederland een baan van 1400 euro/maand te moeten vinden (postbode, call center etc), al zal daarvoor de eigen, gewenste baan blijkbaar daarvoor moeten worden opgegeven: een gezin komt immers met verantwoordelijkheden en consequenties, zo stelt de reageerder – en nee, die zijn nu eenmaal niet altijd de leukste.
Persoonlijk denk ik dat de argumentatie van deze reageerder niet onredelijk is, al blijft elk bedrag die je aan deze redenering wilt koppelen een bepaalde mate van arbitrair oordeel in zich hebben – en zijn de gevolgen voor ook sommige ‘geboren’ Nederlanders bijzonder zuur: stel je voor, plots kun je je eigen land niet meer in zonder een de facto echtscheiding in gang te zetten! Deze vorm van immigratiewetgeving impliceert daarmee wel degelijk negatieve ‘slippery slope’ gevolgen voor geboren Nederlanders. En hoogstwaarschijnlijk niemand die de familie Choi ooit hier over geïnformeerd heeft; dit zijn nu typisch regels waar je pas achter komt als het kind geboren is, of als het onderweg is. Met een eerdere kennis van zaken had dhr. Choi wellicht in een vroeger stadium andere keuzes gemaakt qua baan en familie; misschien wel, misschien niet. Punt blijft dat de informatie waarschijnlijk niet gedeeld was, of sterker nog, dat waarschijnlijk niet eens vermoed werd welke vragen men als ‘internationale familie’ moest stellen op het terrein van immigratie en remigratie. Misschien een idee om het a-b-c van mogelijke immi/remigratiegevolgen aan elke emigrant bij het verlaten van Nederland in de vorm van een foldertje mee te geven?
Daarnaast roept dhr. Choi een andere interessante vraag op, namelijk of Nederland middels deze regeling inbreuk maakt op artikel 7 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (rechten van het kind), artikel 10 (recht op gezinshereniging) en op artikel 16 (gezinsbescherming).
Bovenstaande punten nemen we graag mee om verder te onderzoeken. Later dit jaar zal ik **ssst!** een politiek manifest uitgeven, gericht op de behartiging van de belangen van Nederlanders in het buitenland. Dit onderwerp leent zich ertoe om ook de revue te laten passeren.
Hieronder het artikel – wat is uw reactie?
=================================
‘Mijn baby is Nederlands maar mag niet in haar eigen land wonen’
De Nederlandse Kamiel Choi mag zich met zijn kind en buitenlandse vrouw niet in Nederland vestigen omdat het gezin niet aan de inkomenseisen voldoet. ‘Dit krampachtige immigratiebeleid maakt duidelijk dat mensen alleen welkom zijn wanneer ze aan de economie bijdragen. Een land dat zo welvarend is als Nederland zou zich diep moeten schamen.’
Maakt u zich geen zorgen: dit is geen oproep aan de lezer om in actie te komen. Als u verder leest, treft u niet het gironummer van een hulpbehoevende organisatie aan, maar de anekdote over een medeburger van 3 maanden oud, wiens mensenrechten op subtiele wijze worden geschonden. Ik wil daarmee niet de aandacht op ons richten, maar op de vele gezinnen van wie mensenrechten op een veel grovere manier worden geschonden.
Het gaat over een Nederlandse baby, geboren uit een Nederlandse vader en een buitenlandse moeder. Om zich in Nederland te kunnen vestigen, moeten haar ouders aan een inkomenseis voldoen. Haar ouders verdienen samen echter niet genoeg geld (ze werken zelfstandig en voelen net als iedereen de gevolgen van de economische crisis). Daarom mag de moeder niet in Nederland wonen.
Laten we aannemen dat Nederland inziet dat moeder en kind bij elkaar horen. Dan betekent het dat de baby zich niet in haar eigen land mag vestigen. Leest u die zin nog eens. Een Nederlandse baby die niet in Nederland mag wonen. En de vader van het kind mag als gevolg van soortgelijke inkomenseisen niet in het land van de moeder wonen. Dus moet het gezin uitwijken naar een voor hen beiden vreemd land, waar zij wél als eenheid mogen existeren – en zo’n land bestaat niet.
Te absurd voor woorden zegt u? Voor mij en mijn gezin is het de realiteit. Momenteel leef ik als toerist in Zuid-Korea bij vrouw en kind, het land waar mijn vrouw vandaan komt, en moet ik iedere 90 dagen naar Japan heen en weer. Wij willen graag in Europa wonen, omdat mijn kind en ik een EU-nationaliteit hebben. We zijn eenvoudig levende kunstenaars. We kunnen met weinig geld toe, maar dat maakt geen verschil. Wij voldoen aan geen enkele inkomenseis, en zeker niet aan de strenge eis die in Nederland geldt van rond 1400 euro bruto per maand. Zonder dat inkomen heb je andere rechten. Je bent echt een tweederangsburger – en veel te weinig mensen weten dat.
Vluchten
Als gezin houden we er ernstig rekening mee dat we moeten blijven vluchten om bij elkaar te blijven. Iedere drie maanden zullen we naar een nieuw land moeten verhuizen. Vanuit de Europese Unie vluchten we waarschijnlijk naar Marokko, daarna naar Senegal (bij gebrek aan geld liftend, en dat met een baby), en verder de wijde wereld in.
De immigratiewetgeving is geassocieerd met vluchtelingen en asielzoekers, mensen die anders zijn dan wij. Af en toe horen we van een vriend of collega dat zijn zoon of dochter met een buitenlander is getrouwd, en het paar niet in Europa kan wonen vanwege de strenge immigratiewetten. Dit voelt dan eventjes onaangenaam, maar we hebben de uitleg paraat: ‘Het zijn slachtoffers geworden van een noodzakelijke wet, die onze economie beschermt.’
Hoe vervelend het ook is dat sommige van ‘ons volk’ getroffen zijn omdat ze zo nodig met een Filipijn of een Palestijn moeten trouwen – het is hun eigen schuld, en we gaan die vreemdelingen toch zeker niet onvoorwaardelijk ons land binnen laten? Koste wat kost moet worden voorkomen dat buitenstaanders in ons land rechten opbouwen, op sociale voorzieningen bijvoorbeeld.
Schaamrood
Uit dit krampachtig gevoerde immigratiebeleid komt heel duidelijk naar voren dat mensen alleen welkom zijn wanneer ze aan de economie bijdragen. Dat jaagt menig Nederlander die zijn horizon heeft verbreed het schaamrood op de kaken. Ook is het buitengewoon hypocriet: om te voorkomen dat mensen een recht op bijstand opbouwen, schenden we hun mensenrechten (het ‘recht op gezinshereniging’, zoals de juridische term luidt).
Officieel onderschrijft Nederland de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (artikel 16 beschermt het gezin) en de rechten van het kind (artikel 7 stelt ‘het kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden’, en artikel 10 beschrijft het recht ‘om herenigd te worden met zijn of haar ouder(s) als het kind en de ouder(s) niet in hetzelfde land wonen’. In de praktijk maken we het recht op verblijf van bijvoorbeeld de moeder van een kind met de Nederlandse nationaliteit afhankelijk van allerlei eisen. Wanneer niet aan die eisen kan worden voldaan, moet de moeder weg, en daarmee worden automatisch de officieel erkende rechten van het kind geschonden.
Welvarend
Als echtgeno(o)ot(e) van een EU-burger heb je het recht om in de EU te verblijven. Diverse lidstaten, waaronder Nederland en Duitsland, ondermijnen dat recht door te eisen dat de buitenlandse ouder financieel geen risico vormt voor de staat (inkomenseis). Een land dat zo welvarend is als Nederland en dat in 2013 nog dit soort beleid voert, zou zich diep moeten schamen.
De mogelijkheden en onmogelijkheden, de onzekerheid, het onrecht; dit houdt mijn gezin dagelijks bezig. Ik ben hoogopgeleid en beschik over een EU-nationaliteit. Ik kan zó in het systeem stappen om bij te dragen aan het in stand houden van de Heilige Economie. Of dat onder deze omstandigheden van me verwacht mag worden, is nog maar de vraag. De mensenrechten van mijn kind worden ook dan immers geschonden – mijn gezin zou hangende de (zenuwslopend trage) procedure uit elkaar worden gerukt.
Kortom, mijn vrouw en ik verkeren in niemandsland. En de baby? Die is vooralsnog meestal in dromenland, het enige land waar de mensenrechten onaantastbaar zijn.
Kamiel Choi is filosoof en blogger. Zijn blogs in het Nederlands, Engels en Duits vindt u onder https://creativechoice.org
OPINIE – Kamiel Choi 8-4-13 – 18:03 (Volkskrant)
Dag Eelco,
Zeker een ‘slippery slope.’ En die is nog even stukje steiler dan je neerzet. De grens van 1400 euro wordt aangehouden maar dit is niet het enige. Op het moment van aanvraag voor rechtmatig verblijf van de moeder van het kind zal dhr. Choi minimaal een jaarcontract moeten hebben. Ik herhaal, op het moment van aanvraag. Dit impliceert dat dhr. Choi en vele anderen met hem, inclusief mijzelf (maar dat terzijde), een contract zal moeten krijgen dat langer dan 1 jaar geldig is. Er hierbij van uitgaande dat je niet op het moment dat je een jaarcontract tekend ook je aanvraag doet tot verblijfsvergunning. Dus naast de 1400 euro tevens een contract langer dan een jaar in een tijd dat ongeveer 90% van de contracten korter is dan een jaar.
De vrijheid die het kind heeft om gebruik te maken van zijn recht om in NL te verblijven, samen met zijn eigen moeder, staat niet op een slippery “Slope” maar een “Hill”.
Maurits Spoelder
Dank Maurits, dat is een goede aanvulling. De admin-technieken achter die 1400 euro had ik inderdaad niet meegenomen en klinken – zoals je ze beschrijft, en zeker in deze tijden van banenschaarste – ronduit discriminerend. Dit neem ik graag mee in het manifest.
Deze hele situatie is natuurlijk volstrekt belachelijk. Zelfs in het heel stricte Amerika mag ik, als Nederlander met een Amerikaanse vrouw, de Amerikaanse nationaliteit krijgen. En mijn zoontje uit een eerder (niet Amerikaans) huwelijk kan dan, via mij, ook de Amerikaanse nationaliteit krijgen.
Kennelijk wordt er in Nederland met twee maten gemeten: ik mag zonder problemen (en met mijn zoon) naar Nederland verhuizen, maar mijn vrouw niet. Als zij meekomt moet ik opeens aan een inkomens-eis (en contract?) voldoen. Wat probeert deze regel te beschermen? Ik ga ervanuit dat er ergens in de Nederlandse sociale wetgeving een gat is herkend dat met deze regel gedicht wordt? Van welk (potentieel) misbruik worden we hier slachtoffer?
En wat als ik nou met mijn vrouw naar NL verhuis na mijn pensionering? Ik kan dan wellicht inkomen aantonen, maar zeker geen contract!
Misschien is het maar beter NL als thuisland te vergeten en mij volledig te concentreren op mijn nieuwe vaderland. Het mag dan niet de sociale zekerheden bieden die NL biedt, maar in ieder geval is mijn gezin hier welkom. Mijn HELE gezin.
Beste Eelco
Hoe kan ik het beste op de hoogte blijven omtrent deze situatie want ook ik helaas zit in dezelfde situatie als hierboven omschreven word.
Beste Marc,
Ik heb je toegevoegd aan m’n newletter-list (verschijnt ongeveer 1x per 2 maanden), je kunt je ook registreren voor dit blog en bij http://www.NederlanderBlijven.com. Met al die bronnen kun je niets missen!